Angst kan een enorme spelbreker zijn als u voor specifieke situaties of dingen angstig bent. Angst voor spinnen, liften, vliegen, braken, bloed en dergelijke, zijn voorbeelden daarvan.
Angst kan ook heel sterk zijn in allerlei sociale momenten op het werk, bij het leveren van prestaties of bij het aangaan van contacten en (intieme) relaties.
Soms maakt het voelen van allerlei sensaties in het lichaam mensen bang. Angst voor het voelen van hevige paniek kan aanleiding zijn om allerlei situaties te ontwijken, in de hoop niet meer in paniek te raken. Maar er kan bij het voelen van uw lichaam ook grote angst zijn om heel ziek te zijn of ziek te worden.
Als u veel piekert over allerlei zaken die mis zouden kunnen gaan, vormt dat vaak ook een enorme belemmering om nog ontspannen te genieten van wat u onderneemt, of van wat u anderen ziet doen.
(Te) vaak controleren, schoonmaken, checken en dergelijke, noemen we dwangklachten. Dwangmatige handelingen of gedachten kunnen een grote belemmering worden. Spontane nare gedachten kunnen te pas en te onpas opkomen en grote angst opleveren. We spreken dan van een obsessief compulsieve stoornis.
Angststoornissen komen vaak voor. Gelukkig zijn ze met een gerichte behandeling goed aan te pakken.
Cognitieve gedragstherapie is daarin de therapie van eerste keus.